Via Georgetown naar Kota Bharu aan de oostkust

Na een rit van ca. 3 uur kwamen we dinsdag aan in Georgetown in Penang. Een groot eiland aan de noordwest kust van Maleisië. ‘s Middags lekker op het strand en in het zwembad gehangen en ‘savonds gaan eten in Chinatown. Super leuk op straat in een absolute chaos bij verschillende stalletjes wat eten gehaald. Op de weg terug wat cola voor Lars en Roos gescoord en een paar Tigers (local bier) voor ons voor op het balkon van het hotel. We komen steeds meer tot de conclusie dat we Maleisië een gek land vinden. Het is zo divers qua culturen en geloven dat je vaak denkt in China te zijn of in Indonesië, India of een Arabisch land. Het lijkt af en toe of je in 4 verschillende landen tegelijk bent. De mensen zijn over het algemeen erg behulpzaam en super vriendelijk. Engels kunnen ze bijna allemaal en maf te zien dat sommige toeristen moeilijk kunnen communiceren omdat hun engels veel slechter is dan vele Maleisiërs. Het is daarmee ook een land waar heel makkelijk te reizen is. Totaal verschillend met China. De jungle en zeker in Borneo is wel heel speciaal en een ervaring om niet snel te vergeten!
Woensdag (gisteren) weer zo’n 3 uur gereden door prachtig landschap. Vlak langs de grens met Thailand weer de jungle in. We hebben een hotel in een natuurpark, Belum Rainforest, ongeveer in het midden van West Maleisië. Er is hier een groot stuwmeer en op een eiland in dit stuwmeer ligt het hotel. Na een lunch hebben we een duik genomen in het meer. Heerlijk, want het is weer behoorlijk warm vandaag. Tijdens de lunch werd er door de mensen van het hotel een schorpioen gevangen in het restaurant. Kinderen vonden dat prachtig om te zien. Volgens de locals was het een zeer giftige.
Te bizar voor woorden hoeveel Nederlanders we tegenkomen. Op sommige plaatsen, zoals de Cameron Highlands, zijn gewoon aardig wat toeristen, maar hier zijn er maar een paar en bijna allemaal uit Nederland! Blijkbaar een populaire vakantiebestemming van Nederlanders.
Vanavond gegeten in het hotel. De eigenaar van het hotel blijkt moslim te zijn, dus helaas geen Tiger bij het eten. Bijzonder genoeg is naast het restaurant een bar waar ze wel alcohol schenken (apart betalen en kan niet op de rekening van het hotel). Dat mag alleen daar worden gedronken en niet in het restaurant. In de bar hangt een bordje met “no alcohol served to muslims”. Een mooi voorbeeld van hoe verschillende geloven naast elkaar hun eigen ding doen. ‘s Avonds vond Roos weer een Nederlands vriendinnetje om samen met Lars te poolen.
Vandaag doorgereden naar Kota Bharu aan de oostkust. Een deel van Maleisië dat overwegend islamitisch is en ook een van de armste delen van het land. De rit was mooi: groot deel door de jungle heen met borden langs de weg: pas op voor overstekende olifanten. Helaas geen gezien. We zijn vlak langs de grens met Thailand gereden. Kota Bahru is een stad die duidelijk minder floreert dan KL of Georgetown. Eigenlijk weinig te zien of beleven. Voor ons alleen een tussenstop tussen het rondreizen in Maleisië en ons verblijf op de Perhentian Islands. Auto is ingeleverd op het vliegveld van Kota Bahru en taxi geregeld om ons morgen naar de vertrekplaats van de boot te brengen. We hadden de tip gekregen van Jay (van het guesthouse in de Cameron Highlands) om in Kota Bahru te gaan eten bij een “echte” pizzeria. Een Zwitsers stel is hier een jaar geleden een restaurantje begonnen met een steenoven voor de pizza’s. De kinderen genoten van een echte pizza na al die noedels en rijst. Helaas ook hier geen bier te krijgen 🙁 Morgen op naar ons bounty-eiland!!!!